Zorg
Zorg in de praktijk
Binnen ons onderwijs is oog voor verschillen. Kinderen die meer kunnen, krijgen meer uitdagende opdrachten. Kinderen die moeite met bepaalde leerstof hebben, krijgen extra instructie en/of oefenstof. Het signaleren van deze behoefte gebeurt aan de hand van methodetoetsen en/of methode-onafhankelijke toetsen, zoals de IEP-toetsen en observaties. Na toetsing volgt een periode van handelen. Dit zijn meestal periodes die lopen van vakantie tot vakantie.
De leerkracht zorgt er samen met de ondersteuner binnen de klassenorganisatie voor, dat er tijd is voor kinderen die extra zorg nodig hebben.
In de praktijk kun je in alle groepen situaties zien, waarbij de leerkracht met een klein groepje of met een individueel kind aan de (instructie)tafel zit. De andere kinderen zijn dan zelfstandig aan het werk. Er wordt soms ook buiten de groep extra zorg geboden.
Om alle kinderen een aanbod te bieden dat aansluit bij wat ze nodig hebben (onderwijsbehoefte), maken we gebruik van groepsplannen. Daarin beschrijft de leerkracht het aanbod en de extra zorg die voor sommige kinderen nodig is. Indien nodig kan een leerkracht ook een individueel handelingsplan gebruiken voor kinderen die een specifiek aanbod nodig hebben.
Leerlingvolgsysteem
Wij volgen de ontwikkeling van de leerlingen van groep 3 t/m 8 met behulp van het leerlingvolgsysteem van IEP. Dit leerlingvolgsysteem past bij onze manier van kijken naar kinderen. Ieder kind ontwikkelt zich namelijk op zijn eigen niveau en tempo. De groei wordt in beeld gebracht en er wordt inzicht gegeven in waar een kind staat.
We toetsen het technisch lezen en begrijpend lezen, de taalverzorging en het rekenen. Daarnaast volgen we de sociaal emotionele ontwikkeling (Hart en handen)
In de kleutergroep gebruiken we het leerlingvolgsysteem KIJK.
Halverwege het jaar maakt groep 8 de IEP-eindtoets.
Ondersteuningsteam
De leerkracht heeft regelmatig contact met de intern begeleidster (Karin Meinema) over de groep en de zorgleerlingen. Hiernaast bestaat ook nog de mogelijkheid om een leerling te bespreken de leerlingbespreking en in het ondersteuningsteam. Dit ondersteuningsteam komt ongeveer vijf keer per schooljaar bijeen. Hierbij zijn altijd aanwezig: de ouders, de directeur, de groepsleerkracht, de intern begeleidster en een schoolpsycholoog van de Onderwijsversterkers.
Het kind wordt uitgebreid besproken en vaak leidt dit tot vervolgstappen, waarmee het kind geholpen kan worden. Als de school niet in staat is om de zorg te bieden die het kind nodig heeft, kan in het ondersteuningsteam worden besloten om een onderwijsarrangement aan te vragen. Als het ondersteuningsteam besluit dat onze school geen goed aanbod kan doen voor het kind, ook niet met een onderwijsarrangement, wordt samen met de ouders gekeken naar een school waar het kind wel een passend aanbod kan krijgen.
Kleuterverlenging/doublure
De leerkracht bespreekt de vorderingen van de kinderen regelmatig met de intern begeleidster. Tijdens de oudergesprekken –en in geval van twijfel ook tijdens gesprekken “tussen door”- wordt de ontwikkeling van het kind en de vorderingen uitgebreid besproken met de ouders.
Het kan gebeuren, dat een kind aan het eind van groep 2 nog niet voldoet aan de eisen die gesteld worden om naar groep 3 te kunnen. De ouders worden hier tijdig van op de hoogte gesteld. We streven er altijd naar om deze beslissing in goede overeenstemming te nemen.
Ook gedurende de rest van de schoolloopbaan van een kind kan het voor de ontwikkeling van het kind beter zijn om een keer te doubleren. De school zal hierover altijd in gesprek gaan met de ouders om tot een voor het kind zo goed mogelijke oplossing te komen. Zowel bij kleuterverlenging als bij doublure neemt de school de eindbeslissing.